Salix viminalis / Katwilg
Waarschijnlijk komt de katwilg van nature voor van Oost- en Zuid-Europa tot in Japan. Mogelijk hebben de Romeinen de plant bij ons ingevoerd.
Het meest kenmerkende aan de katwilg is zijn zeer lange en smalle blad. Dat geeft een enigszins uitheemse sfeer. De twijgen zijn weing vertakt en erg flexibel wat hem goed bruikbaar maakt in allerlei vlechtwerk. Hij kruist met verwante soorten en bovendien zijn er vele cultuurvariëteiten aangeplant. Dat maakt het moeilijk zijn natuurlijke verspreidingsgebied in ons land te bepalen.
Wilgen zijn net als populieren 2-huizig. De bomen/struiken hebben, of alleen mannelijke-, of alleen vrouwelijke katjes. Ze worden bestoven door de wind en zijn een belangrijke stuifmeel- en nectarplant voor bijen.
Wilgen verschijnen al snel na de laatste ijsstijd, maar het gevonden stuifmeel is niet tot op de soort te determineren.
Al sinds de prehistorie kennen wilgen vele toepassingen. Uit de ijzertijd zijn er al vondsten van gevlochten wanden van wilgentenen in hutten.
Wilgenbast kent vele medicinale toepassingen. De bekendste is het gebruik als pijnstillend middel door de werking van salicylzuur dat verwerkt tot acetylsalicylzuur in asperine dezelfde functie heeft.
Uit de wortels kan een rode kleurstof worden gewonnen.
Bloei: 3-4
Hoogte: 2-6 m
Zon: zh
Bodem: vochtig, nat
Prijs (per 1 ): €1.50
Deze plant is momenteel niet leverbaar. Fotos van deze soort