Juglans regia / Okkernoot/Walnoot
De okkernoot, of walnoot is een niet autochtone soort. Hij stamt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Midden-Azië. Werd al in de Middeleeuwen aangeplant en is verspreid door het land ingeburgerd.
Notehout is sterk en duurzaam en wordt gebruikt voor meubels, geweerkolven, snijwerk en kommen. Al sinds mensenheugenis wordt de okkernoot in de volksgeneeskunde gebruikt tegen een breed scala van klachten. Het blad, de groene- en de rijpe schillen leveren verschillende natuurlijke kleurstoffen, welke hun toepassing vinden in de voedselindustrie, de bereiding van inkten, haarverven en het kleuren van wol. Het belangrijkste bestanddeel van die kleurstoffen is juglone, een stof die op de groei van veel andere planten een remmende werking heeft als deze via het blad in de grond terecht komt. Ook de wortels produceren glucone. Onder een noteboom is het lastig tuinieren. Glucone bezit ook pesticideachtige eigenschappen. Gekneusd blad stoot insecten af. Dat is één van de redenen waarom okkernoten veel bij boerderijen zijn aangeplant. Onder de noteboom heeft men niet zoveel last van insecten.
Snoei van notebomen kan het best gebeuren na de langste dag tot in de vroege herfst. De wonden kunnen dan nog herstellen voordat de sapstroom in de winter op gang komt.
Naast de okkernoot wordt in ons land ook de zwarte noot Juglans nigra (inheems in Amerika)aangeplant. De noten van J. nigra zijn ook eetbaar, maar minder smaakvol dan van de okkernoot.
Er zijn veel cultuurvariëteiten van de okkernoot te koop. Deze zijn geselecteerd op vorm van de boom, bloeitijd (bloesem is vorstgevoelig), opbrengst, zelfbestuiving, smaak en grootte van de noten.
Hoogte: 15-30 m
Zon: zh
Bodem: kalkhoudend, niet te droog/
Geur: blad
Prijs (per 1 ): €4.50